Maatschappij

De mythe van polarisatie

Volgens het promotieonderzoek van sociologe Quita Muis is de samenleving minder gepolariseerd dan je zou denken. Maar waarom zijn we dan allemaal zo boos op elkaar? Dat heeft te maken met sociale identiteit, legt ze uit.

Quita heeft voor haar promotieonderzoek en haar boek ‘Who are those people’ onderzocht hoe waarden en attitudes van verschillende opleidingsgroepen zich de afgelopen decennia hebben ontwikkeld. Er is veel aandacht voor de vermeende kloof tussen hoger- en lageropgeleiden, maar uit haar data blijkt iets opmerkelijks: de afstand tussen groepen is niet groter geworden, maar juist kleiner. ‘Ik zie groepen dus niet extremer worden in mijn onderzoek. En ik zie ook dat groepen niet zo homogeen zijn als je zou denken. Je ziet dat binnen groepen veel verschillende meningen en opvattingen leven. Die kampvorming is niet zo goed waar te nemen. Als het gaat over onderwerpen als abortus en homoseksualiteit zie ik juist dat de samenleving als geheel homogener wordt, we tolereren dat eigenlijk allemaal veel meer.’

Generatie-effect

De samenleving valt uit elkaar in groepen: links tegen rechts, praktisch opgeleid tegenover theoretisch opgeleid, stad tegenover platteland, oud versus jong. ‘Stad tegenover platteland is volgens mij vooral een hype, als je daar goed naar gaat kijken is dat vooral een opleidings-onderwerp. Maar oud tegenover jong is echt een verschil. Dat kan een leeftijdseffect of een generatie-effect zijn. Elke generatie groeit op in een bepaalde context en ontwikkelt daardoor waarde-prioriteiten. Maar naar mate je ouder wordt, kunnen je opvattingen weer veranderen, dat is het leeftijdseffect.’

Dat denken in generaties is aan flinke kritiek onderhevig, vertelt Quita. ‘Onderzoeken over wat GenZ doet op de werkvloer enzo, je leest het steeds meer. Eigenlijk is dat onzin. Wel blijkt dat generatiegenoten bepaalde waarden delen. De grenzen van een generatie zijn niet zo strak en ook binnen een generatie zijn er verschillen in waarden.’

Boos

Waar komt die boosheid vandaan tussen verschillende groepen vandaan, dat is de vraag. ‘Dat heeft te maken met sociale identiteit. Ik zag bijvoorbeeld dat mensen met een hogere opleiding zich sterk identificeren met hun opleiding. Zij zien daardoor ook meer polarisatie. Anders gezegd: als je voelt dat je sterk bij een groep hoort, als dat onderdeel is van je identiteit, dan neem je sneller verschillen waar tussen jouw groep en de andere groep.’

Werk is onderdeel van de sociale identiteit, dat ziet zij ook. ‘Interessant is dat hoger opgeleiden zowel hoog scoren op openheid naar anderen, maar ook op zelfverrijking. Ze zijn zowel gericht op het individu als het collectief.’

In haar kwalitatieve onderzoek ziet ze ook hoe mensen stereotypen bouwen, die veel zeggen over die collectieve identiteit. ‘Hoe zie ik mijn groep, hoe zie ik die andere groep? Dat doen mensen op basis van competentie, of op basis van warmte en menselijkheid. Als ik kijk naar opleidingsniveau, dan zie ik dat hoogopgeleide mensen vaker praten over competenties, zowel voor hun eigen groep als die voor een andere groep. En de laagopgeleide groepen denken meer over zichzelf in termen van warmte: wij zijn tenminste aardig, wij zijn echte mensen, de hoogopgeleide mensen zijn kil en ze weten niks van de wereld. Daar komt een bepaalde mate van neerkijken in terug.’

Hoe legitiem is die waardering nou eigenlijk? ‘Mensen vinden hun eigen werk vaak belangrijk, ook mensen met een lagere opleiding. En zij vragen zich af waarom niemand het belang van hun baan als loodgieter ziet. Terwijl je in de pandemie zag dat het toch essentiële beroepen zijn.’

Module over klimaat

Dit soort inzichten komen uit de European Value Study, een breed sociologisch onderzoek waarbij grote groepen in heel Europa elke negen jaar worden uitgevraagd over attitudes. Daar zitten ook vragen in over klimaat. ‘We willen natuurlijk consistentie, dus vragenlijsten die we over langere tijd kunnen vergelijken. Nu is er een module ingebouwd met vragen over het klimaat.’ Het is een nieuw issue, moeilijk om te beantwoorden voor de deelnemers. ‘Mensen kunnen er nu dit van vinden, en over een paar jaar wat anders. Klimaat is een belangrijk thema, maar niet hét thema van de verkiezingen. Dat lijkt immigratie. En stemgedrag is helemaal volatiel, dat kan zelfs op het laatste nippertje nog veranderen.’

Cultureel versus praktisch

In 2026 wordt weer een European Value Study gehouden, we kunnen nog niet voorspellen wat de uitkomsten uit dat onderzoek op het onderwerp klimaat worden. Maar Quita ziet een vergelijking met vroegere edities en de attitudes tegenover bijvoorbeeld Europese eenwording. ‘Daar lijkt een vloek op te rusten, alsof niemand dat wil. Maar uit sociologisch onderzoek blijkt dat de meeste mensen er economisch gezien en cultureel gezien positief over zijn. Datzelfde verwacht ik met de houding tegenover klimaatmaatregelen. Als het maar als een praktisch punt wordt behandeld: wat gaan we doen, hoe vullen we het in. Wordt het als een cultureel thema behandeld, dan zijn de verschillen groter: links is voor klimaatmaatregelen, rechts is tegen. En dan is eenduidigheid een verloren zaak.’

Luister ook naar de podcast: Minder verdeeld dan we denken, met Quita Muis

Foto: Dmitrii E. (Unsplash)

Deel deze blog:

Nieuw: via Ecosofie Academy

Training Duurzame ambitie

Besteed je de 80.000 uur die een gemiddelde carrière telt wel optimaal om duurzaamheid te bevorderen? In dit programma ga je die vragen onderzoeken én word je geholpen om tot concrete acties te komen.