In het huidige financiële klimaat komen duurzame innovaties niet snel of makkelijk van de grond. Neem nou mijn podcast: was die ooit gaan vliegen als ik vanaf het begin alleen aan winst had gedacht? Ik begon naast mijn baan. “Geen enkele bank zou jou op dat moment geld hebben geleend voor het starten van je podcast,” zegt Hans Stegeman, hoofdeconoom van Triodos Bank. “Je kon namelijk geen business case maken.”
Klopt, naar de eerste aflevering van Ecosofie werd zeventien keer geluisterd, dat is helemaal niks. Een goed voorbeeld van de rol van geld en vermogen rond duurzaamheid en innovatie. Hoe kan het dat kapitaal niet wordt aangewend voor de energietransitie? Waarom is het voor duurzame innovaties moeilijk om startkapitaal te vinden?
Risico versus rendement
Financiële beslissingen hangen vaak af van toetsingen, vertelt Hans. Wie krijgt een hypotheek? Wie krijgt een starterslening? Wie kan een krediet krijgen bij de bank om zijn bedrijf te laten groeien? “We doen alsof dat een risico-rendementsafweging is,” zegt Hans. “Of je nou zonnepanelen financiert of iets in de petrochemische industrie, zou dan dezelfde afweging zijn. Maar dat is het natuurlijk niet, want dan zouden we bijvoorbeeld vervuiling niet meewegen. En daar ben je als financier ook verantwoordelijk voor, want jij maakt het mogelijk.”
Weeffouten
Het financiële systeem heeft macht en kracht om de samenleving te veranderen, zegt Hans. Als geld bepaalt hoe we de wereld vormgeven, waarom lukt het dan toch niet om het systeem te krijgen dat maximaal gaat voor mens en planeet? Welke weeffouten zitten er in de financiële sector? “Laten we eerst kijken naar de structuur van het systeem, dat wordt gevormd door regelgeving en de kapitaalstromen, het netwerk waarbinnen de financiële instellingen werken. Zij gaan ervan uit dat het alleen over geld gaat, maar dat is de grootste misvatting op dat niveau. Geld gaat nooit alleen over geld, geld gaat over wat je ermee doet.”
Te veel macht
De concentratie van geld is de volgende weeffout, volgens Hans. “In Nederland zijn drie of vier grote banken, en een paar kleintjes. Internationaal zijn er vier supergrote vermogensbeheerders, zogenaamde universele aandeelhouders. Zij beheren bijvoorbeeld pensioenen, ook van Nederlanders. Zij hebben allemaal veel teveel macht, omdat ze stemmen namens hun aandeelhouders. Zo is een vermogensmanagement-economie gecreëerd, die zich nergens verantwoordelijk voor voelen en zich nergens iets van aantrekken.” De mentaliteit in de bancaire sector draagt daar niet positief aan bij. Bij sommige banken kunnen medewerkers van een bank in hun vrije tijd druk bezig zijn met duurzaamheid, maar als ze op hun werk komen, lijken ze dat weer vergeten. ‘Financiële beslissingen zijn niet neutraal, nooit.’
Het zwabberige beleid van de overheid is de derde weeffout in het systeem. ‘Als banken naar net zero willen in 2050, en dat staat ook in de wet, dan moeten zij dat kunnen financieren. Levert de overheid dan niet, dan loopt dat spaak.’ Denk maar aan investeringen in elektrisch rijden of aan warmtepompen, waarbij het bedrijfsleven had geïnvesteerd in de belofte dat warmtepompen verplicht zouden worden. Dat ging niet door, en dat is een strop voor ondernemers. ‘Consistent beleid is noodzakelijk. Ik denk dat een deel van de financiële instellingen meer ambities heeft op gebied van duurzaamheid dan ze nu realiseren, dankzij het beleid van de overheid. Dat is een geloofwaardigheidsprobleem: je hebt als financiële sector iets beloofd, en je kunt het niet waarmaken.’
Sustainable, maar écht
Gelukkig heeft de bancaire sector ook de mogelijkheden om die weeffouten weer recht te breien, zegt Hans. Hoe? ‘Met sustainable finance, maar dan écht. Je kunt besluiten nemen gebaseerd op de impact. Wat is het effect van een financiering? Dat levert niet altijd de maximale winst of het maximale rendement, maar iedere financiële instelling kan het doen. En regelgeving zou daarbij helpen.’ Ook is Hans voorstander van grenzen aan de concentratie van vermogensbeheerders. ‘Banken hebben een publieke functie, namelijk zorgen voor het betalingsverkeer. En een allocatiefunctie, waarbij we bepalen wat we wel en wat niet financieren. Je kunt met die allocatiefunctie niet teveel risico nemen, want dat gaat ten koste van het spaargeld van mensen. Als we die twee functies uit elkaar trekken, bijvoorbeeld door de digitale euro, wordt er meer mogelijk. Private banken kunnen zich dan richten op de meer risicovolle investeringen door duurzame bedrijven. Maar de meeste banken vinden dat geen goed idee.’
Mijn podcast was nooit begonnen als ik alleen aan rendement had gedacht. Misschien geldt dat ook voor onze economie. Dat is de les van Hans Stegeman: ‘In het financiële systeem kun je, hoe klein soms ook, dingen verleggen die bepalen wat groeit, en wat uiteindelijk niet groeit.’
Luister ook naar de podcast: Geld gaat nooit alleen over geld
Foto: William Warby (Unsplash)