De fijne stad

Dromen van een symbiotische stad

De relatie tussen mensen en de natuur in de stad mag een stuk inniger, vindt Marian Stuiver*. Die pleit voor een symbiotische stad, een stad waarin de natuur en de mensen wederzijds van elkaar afhankelijk zijn en daar allebei beter van worden. Een begrip uit de biologie, denk maar aan de samenwerking tussen bijen en bloemen of zee-anemonen en anemoonvisjes.

De liefde voor de natuur is er bij Marian Stuiver ingestampt door hun vader en zijn enorme kennis van planten en dieren. ‘Hij nam me altijd mee op pad om uilen te kijken en planten te determineren. Tijdens mijn studie in Wageningen trok ik meer naar filosofie en sociologie, wat abstractere vakken. Ik zag de natuur al veranderen onder invloed van intensieve landbouw en zure regen en ik merkte dat ik als wetenschapper kon zien wat er moest veranderen.’
Als programmaleider Green Cities aan de Wageningen Universiteit en Research houdt die zich bezig met duurzame verstedelijking en inclusiviteit. Marian publiceerde The Symbiotic City, een boek waarin die bepleit de natuur een stem te geven bij het inrichten van steden. ‘Bekijk de stad door de ogen van een egel, denk zoals een mol of een vogel. Die zoeken voedsel, beschutting en soortgenoten, hoe kunnen ze die vinden? Dat kunnen we makkelijker maken door struiken aan te planten, meer ruimte voor water te reserveren, bijvoorbeeld in wadi’s, en nestkastjes op geschikte plekken te hangen. Dan kun je meteen kijken: kunnen we een plek in een wijk aanleggen voor composthopen? Plantenbibliotheken? Zonnepanelen? Blauw-groene daken?’

Eilanden of hoogbouw: allemaal op de bodem

Marian onderscheidt drie lagen in de symbiotische stad. De eerste laag is de bodem, dus water en aarde. ‘Dat is waar we op bouwen, of we nou drijvende eilanden maken of hoogbouw aanleggen. Mensen in orkaangebieden of plekken waar aardbevingen voorkomen, weten precies hoe belangrijk dit is. De aarde is van zichzelf een groot, levend organisme. Op die basis ontstaan ecologische netwerken en sociale netwerken, de tweede laag.’ Die weet zeker dat er enthousiaste bewoners, bedrijven en ambtenaren zijn die willen bijdragen aan de natuur in de stad, zo’n netwerk kan worden ondersteund en uitgebouwd. ‘Het is heel goed dat de IVN (instituut voor natuureducatie en duurzaamheid, red.) bezig is met het vergroenen van schoolpleinen. En dat gemeente Arnhem heeft toegezegd dat elke school z’n eigen moestuin moet krijgen.’ Naast die informele netwerken adviseert Marian ook om institutionele netwerken op te richten, gebaseerd op formele afspraken tussen bedrijven en overheden, zoals aanbestedingsregels voor nieuwe woonwijken, of bijvoorbeeld door af te dwingen dat alle bedrijven in hun jaarverslag ook intrinsieke waardes meenemen. Marian: ‘Als we zover komen dat het woord ‘groen’ voorkomt in de jaarverslagen van alle grote bedrijven, spring ik echt een gat in de lucht.’

Gepruttel in een moestuin

De derde laag in die symbiotische stad zijn de praktijken, zoals Marian dat noemt. ‘Gewoon, wat we doen. Ik geloof dat mensen de mogelijkheid moeten krijgen om zelf de natuur in hun omgeving te integreren, vanuit welke waarde dat dan ook is. Een voorbeeld is meer ruimte voor stadslandbouw. Gemeenten krabben zich achter de oren, dat is toch gepruttel in een soort moestuin? Maar ik vind dat dat moet worden gesteund. Het heeft een grote waarde dat mensen met hun handen in de aarde zitten en groente verbouwen. Met name in de Verenigde Staten heb je wijken waar bewoners bijna geen verse groente kunnen krijgen. Dan geeft stadslandbouw mensen voedselzekerheid en het laat ze ervaren waar het voedsel vandaan komt.’

Mensen die denken dat groene initiatieven alleen maar geld kosten, hebben het mis. Ecologische initiatieven hebben absoluut een economische waarde, zegt Marian. ‘Misschien moeten we oprekken wat we economie noemen, en ook uitrekenen wat de toekomstige waarde van zoiets is. Kijk alleen al naar de gezondheidsvoordelen van de natuur, talloze publicaties op topniveau tonen aan dat die heel groot zijn. Iedereen snapt dat je vrolijk wordt van een wandeling in de natuur, en wist je dat er minder ADHD-medicijnen worden voorgeschreven aan kinderen als er meer natuur is? Als je kan ravotten, als je naar buiten kunt om je energie kwijt te raken, is dat een beter medicijn dan een ADHD-pil.’

Wie kijk je aan in de spiegel?

Het zijn niet alleen maar plannen. Marian geeft in hun boek voorbeelden uit de praktijk. Zoals de blauwe visie van Zwolle, waarin is vastgelegd hoe de stad met het water kan samenwerken. Ander voorbeeld: gemeente Almere, die in de Floriade een indrukwekkende visie op circulariteit liet zien. ‘Almere heeft echt een veelomvattend groen beleid. Ze ontwerpen vanuit de fysieke waarde van de natuur, wat leidt tot initiatieven zoals de voedselvoorziening van Amsterdam en Almere vanuit de omliggende polder. Dat kunnen regeneratieve voedselsystemen worden.’

Marian is ook milieufilosoof, en vanuit dat kader introduceert die het begrip ‘significante ander’. Wat voor vragen stel je aan de wereld, hoe wil je dat de wereld eruit ziet? ‘Wie kijk je aan in de spiegel? Dat moet je vertalen naar de praktijk. We wonen nu soms in omgevingen waar we de ander helemaal niet kennen. Ik sprak mensen in de Amsterdamse Houthavens, een prachtige wijk maar te weinig groen, waar veel expats wonen die de hoge huren daar kunnen betalen. Zij gaan na een paar jaar weer weg, mensen die wel Amsterdammer zijn of willen worden krijgen maar moeilijk contact. Kun je dat veranderen in wijken waar mensen elkaar kennen, waar de tuinen groen zijn zodat ook de omgeving groener wordt? Dan krijg je contact met je buren die interessante dingen koken, waar je een buurttuin kunt opzetten, tja, dat is een droom voor de toekomst. Je kunt het participatief noemen, of community based, er zijn allerlei mooie Engelse en Nederlandse woorden voor. Maar het komt er gewoon op neer: ga met elkaar aan de slag om je omgeving mooier, groener en inclusiever te maken.’

Foto: Abdur Ahmanus (UnSplash)

(*) Marian identificeert zich als non-binair en gebruikt de voornaamwoorden die/hun.

Deel deze blog:

Duurzame ambitie

De transitie naar een duurzamere wereld gaat veel te traag als we die overlaten aan de politiek en het bedrijfsleven. 

Consumentenactivisme en onze politieke stem laten gelden zijn zeker belangrijk, maar er is meer nodig. Gelukkig kan iedereen het verschil maken.

Schrijf je in voor de Ecosofie nieuwsbrief en ontvang direct het eerste hoofdstuk gratis!