De fijne stad

Een nieuwe balans tussen alle dimensies van water

Het gevaar van water is niet direct dat wereldsteden onder de zeespiegel verdwijnen en Zeist aan zee komt te liggen, zoals mijn aardrijkskundeleraar vroeger cynisch voorspelde, maar dat er onvoldoende ruimte is voor water en dat water niet door de overvolle bodem kan worden opgenomen. In aflevering vijf van De Fijne Stad spreek ik met stedenbouwkundige Anne Loes Nillesen over stedelijke accupunctuur en hitte als onderschat probleem. ‘De buitenruimte in steden kan water en warmte onvoldoende opvangen.’

Stedenbouwkundigen zien water vooral als een blauwe vlek op de landkaart, merkte Anne Loes Nillesen (1980) jaren geleden. Dat prikkelde haar nieuwsgierigheid. ‘Er is teveel of te weinig water, met als gevolg droogte of overstromingen, schade en gevaar. Juist als je al die dimensies van water gaat bekijken, wordt het interessant.’

Anne Loes is oprichter van stedenbouwkundig bureau Defacto Urbanism en professor Urban Design aan de TU Delft. Zij weet als geen ander: Nederland heeft die wereldberoemde dijken, duinen en waterkeringen om droge voeten te houden, maar wegpompen van water heeft ook z’n keerzijde. ‘De slappe bodem droogpompen leidt tot bodemverzakking en tot oxidatie, waarbij CO2 vrijkomt. Daarbij speelt nog verzilting: door zeespiegelstijging komt zout water naar de oppervlakte, zeker in diepe polders. Niet per se het meest geschikte water voor de bestaande landbouw en ecologie.’

Op zoek naar koelte in een hete stad

Terwijl waterveiligheid wat haar betreft niet eens de grootste uitdaging is, ze waarschuwt voor droogte en hitte als onderbelicht thema. ‘We hebben twee hete zomers gehad, in bewonersbijeenkomsten merken we dat mensen zich ervan bewust beginnen te worden dat we voldoende koele plekken moeten creëren in de stad. In steden met veel verharding loopt de temperatuur hoog op in de zomer en kan bij onstuimige buien het regenwater niet worden opgevangen.’

Een paar tegels wippen is niet voldoende om dat probleem op te lossen. ‘Kleine ingrepen op veel plekken in de stad noem ik urban acupuncture, dus tuinen groener maken en andere kleine maatregelen. In Amsterdam hebben we onderzoek gedaan hoeveel openbaar groen nodig is om de grote volumes regenwater op te vangen. Het bleek dat we een tweede Amsterdamse Bos nodig hadden, een enorm oppervlak.’

Klappers maken met meer wateropvang

Om zo’n grote verandering te bewerkstelligen, moeten we veranderruimte creëren, betoogt ze. ‘De buitenruimte in steden is op dit moment niet ingericht om klimaatgevolgen goed op te vangen. Langs de Rotte bij Rotterdam of in het Amsterdamse Bos in Amsterdam kun je met nieuwe toekomstperspectieven echte klappers maken: meer groen, meer wateropvang. De Zuidwestelijke Delta is een voorbeeld van zo’n nieuw toekomstperspectief. Samen met het Wereld Natuur Fonds en onderzoeksinstituut NIOS hebben we daar gezocht naar mogelijkheden om de waterveiligheid op lange termijn te waarborgen. Dat leverde interessante integrale perspectieven op, zoals het toelaten van water tussen de oude en de nieuwe dijk. Daar kunnen dan ook sedimenten neerslaan en je creëert er een nieuw getijdengebied, een nieuwe zone tussen de dijken die langzaam groeit door aanslibbing en het omliggende gebied veiliger maakt.’

Hou rekening met scenario’s waarbij er niet voldoende maatregelen worden genomen om klimaatveranderingen te minimaliseren, adviseert ze. Klimaatverandering is gaande, we zijn onvoldoende weerbaar. ‘Mitigatie doen we niet voldoende en adaptatie nemen we nog niet serieus mee in ontwikkelingen. Langs het Noordzeekanaal zijn nieuwbouwwoningen dicht op het water gebouwd, voor toekomstige stijging van het waterpeil is geen ruimte gereserveerd. In buitendijkse gebieden bij Rotterdam wordt juist ontwikkeld op een hoger maaiveld, waarbij een doorkijk naar toekomstige waterstanden essentieel is.’

Hup, de bodem in

Water moet de bodem in, maar is daar wel voldoende ruimte? In podcast Ruimte voor rechtvaardigheid schetste stedenbouwkundige Wouter Veldhuis al dat het onder de grond een rommeltje is: internetkabels, riolering, drinkwater, energie, in stedelijke gebieden is de bodem te vol om daar nog volwassen bomen te laten groeien. Herkenning bij Anne Loes: ‘Ik zie mijn studenten plannen maken voor steden of straten, waar ze veel groen in tekenen. De vraag vervolgens is: past dat allemaal? Ondergronds gebeurt veel.’ Meervoudig ruimtegebruik kan de oplossing zijn, zoals sportvelden die ook water kunnen bergen. ‘Maar soms moeten we ook keuzes maken, niet alles kan allemaal tegelijk. Hier kiezen we voor grote bomen, moet je dan beslissen, en dan moeten de leidingen maar ergens anders worden aangelegd. Win-win is niet altijd mogelijk.’

Lichtere koeien in een drassig weiland

Misschien moet het grondwaterpeil stijgen. Dan kunnen we meer water kwijt en het is een substantiële manier om CO2-uitstoot tegen te gaan. ‘Staat het water hoger, dan gaat veen niet oxideren. Het resultaat is een nattere, slappere bodem. We blijven de polders beschermen, maar het wordt daardoor minder geschikt voor agrarische bedrijfsvoering. In werksessies wordt al nagedacht over lichtere koeien met grotere hoeven, die wel over die drassige bodem kunnen lopen. Kun je nagaan, zo denken we al vanuit maakbaarheid.’ Terwijl juist maakbaarheid betrekkelijk is, onderstreept Anne Loes. ‘We dachten altijd dat klimaatfactoren goed te beheersen zijn, dat we een maakbaar systeem hebben. Door de klimaatverandering zien we toch dat onze maatregelen het systeem uitputten. Laten we daar een nieuwe balans in zoeken.’

Luister naar het volledige gesprek met Anne Loes Nillesen: De strijd tegen water

Foto: Rupert Britton (Unsplash)

Deel deze blog:

Duurzame ambitie

De transitie naar een duurzamere wereld gaat veel te traag als we die overlaten aan de politiek en het bedrijfsleven. 

Consumentenactivisme en onze politieke stem laten gelden zijn zeker belangrijk, maar er is meer nodig. Gelukkig kan iedereen het verschil maken.

Schrijf je in voor de Ecosofie nieuwsbrief en ontvang direct het eerste hoofdstuk gratis!