123. In de toekomst boeren we op het water, met Peter van Wingerden

Is een floating farm de oplossing voor de groeiende vraag naar goed voedsel, en het antwoord op klimaatverandering en de stijging van het zeewater?

Deel deze aflevering:

PortretPetervanWingerden

In de Rotterdamse haven dobbert de drijvende boerderij van Peter van Wingerden, waar hij op drie verdiepingen groente verbouwt, koeien houdt en zuivel maakt.

In de podcast wijst Peter op de potentie van zijn floating farm en de mogelijkheid om wereldwijd drijvende boerderijen aan te leggen.  Hij ziet water als een bron van ruimte voor stadsuitbreiding, in plaats van land. Is het diervriendelijk om koeien te houden op een boot? Hoe maakt hij zijn bedrijf circulair? En kan hij genoeg voedsel produceren voor een stad als Rotterdam?

Marnix

Het is de week van de circulaire economie. En als je dit op de podcast zit te luisteren, dan is die al eventjes voorbij. Maar vandaag ben ik bij Ecclesia Risk & Benefits in Rotterdam om de start te vieren van onze samenwerking.
En in het kader van die week van die circulaire economie zit er ook een inspanning. De Rotterdamse ondernemer tegenover mij, Peter van Wingerden. Peter, heel hartelijk welkom bij de EcoSofie podcast. Leuk om jou in Rotterdam te ontvangen.
Aan de andere kant van de stad ligt een heel inspirerend project. De Floating Farm. Een boot waar een boerderij op zit. Ik weet niet of ik het zo goed zeg, maar daar gaan we het zo over hebben. Waarom dat een interessante oplossing is.
Een drijvende boerderij voor de grote uitdaging waar we voor staan in deze 21ste eeuw. Een boerderij die klimaatbestendig is. Want als je drijft, dan overstromingen. Maakt niet uit, dan gaat het water gewoon omhoog.
Maar ook hoe dat veel kan betekenen voor de voedselzekerheid. En welke rol het heeft in die circulaire economie. Peter, ik start altijd met een hele grote vraag. Dat is, wat zou jij nou veranderen als je het in een jaar voor het zeg hebt in de wereld?

Peter

Hoho, zo. Nou, de wereld is groot. Nou, dat lijkt me eigenlijk geweldig. Dus een jaar voor het zeggen. Dan laat ik iets kleiner beginnen. Een jaar is natuurlijk niet lang.
Dus je moet wel heel snel kunnen schakelen. Dus dat zou betekenen dat er niet heel veel… …veel tijd is om te overleggen. En dat zou weer betekenen dat je een goed team om je heen moet hebben.
Dus ik zou allereerst denk ik een team van een 30, 40 tal jongeren om me heen verzamelen.
En die verdelen naar groepen met hoofdthema’s waarvan ik denk dat die belangrijk zijn om ZSM aan te pakken. Want we hebben maar een jaar. Dus dat moet je dan ook gebeuren.
Dus je moet ook het mandaat hebben om dat te mogen implementeren. Want dat is natuurlijk het allerleukste, want op papier is één, maar het implementeren en vervolgens daaruit leren. Dat zou het allermooiste zijn. Maar dan vraag je natuurlijk welke punten zouden dat dan zijn?
Nou, voedselzekerheid noem je al. Ik vind voedselzekerheid extreem belangrijk. Ik denk dat het hele voedsellandschap van productie tot consumptie moet worden aangepast.
Veel meer lokaler, maar dat is dan een invulling. Die gaan we straks misschien nog over hebben. Maar. Maar. Maar dus voedselzekerheid is belangrijk. De energietransitie uiteraard en mobiliteit zijn heel erg belangrijk.
Ik denk dat steden een totaal andere inrichting zouden moeten hebben, een invulling moeten hebben, veel socialer domein moeten zijn.
Een veilig, schoon en sociaal domein ten opzichte van wat ze nu zijn.
Misschien een wat lastige thema, maar wat ik wel belangrijk vind is dat we denk ik als we. Ja, een jaar de tijd hebben om iets te kunnen en mogen doen.
Is dat we de structuur van van onze overheid eens een keer moeten aanpassen. Ja, dus dat daar zou ik wel rigoureus iets aan willen doen. Ja, ik vind het altijd wel fascinerend.

Other speaker

Er zijn heel veel mensen die komen met hele concrete maatregelen op deze vraag en sommige mensen die denken ik wil zoveel doen dan is een jaar wel heel erg kort.

Marnix

Jij hoort dus bij die groep, maar dat komt ook omdat je heel veel doet en al vijf jaar nodig hebt gehad of vijf jaar bezig bent om. Dit initiatief, die floating farm in het te organiseren. Ik ben wel even benieuwd een floating farm.
Wat moet ik me daarbij voorstellen als we mensen eens gewoon even mee willen nemen. Misschien zit iemand in de auto of ergens thuis. Die kan nu even niet op een beeldscherm kijken. Maar hoe ziet dat eruit? Het is een drielaags gebouw.

Peter

Van 30 bij 30. Dus per verdieping is een 900 vierkante meter. Drie laags. Twee lagen bovenwater en een laag onderwater. Een totaal drijvend gebouw.
We liggen in de haven van Rotterdam. De haven van Rotterdam is geconnect aan de zee. En dat betekent dus dat we een getijde hebben. Dus we gaan iedere 24 uur twee meter omhoog en twee meter naar beneden.
We zijn een heel flexibel gebouw. En dat gebouw ligt dus in de stad. Want ons doel is om gezond voedsel te maken daar waar mensen wonen. In een klimaat veranderende wereld.
Je schetst het net al eventjes bij je in de hand. De wereld kijkt aan tegen grote periodes van droogte. En grote periodes van overstromingen.
En van beide hebben we op het water geen last. Dus we hebben een gebouw gemaakt waar we gezond voedsel kunnen maken. In deze klimaat veranderende wereld.

Marnix

Ja want we zien met bijvoorbeeld de gletsjerrivieren die afnemen. Dat worden regenrivieren. Waardoor eigenlijk die waterstand veel meer fluctueert. Waardoor je dus inderdaad de ene keer veel tekort hebt. En de andere keer weer een totaal overschot.
En daar zullen we mee moeten gaan dealen. En dat is dus eigenlijk. Want boerderijen hebben we al heel erg lang. Boten ook al heel erg lang. Hoorde ik jou net in een verhaal hier vertellen. Maar dat is ook een beetje disruptieve karakter daarvan denk ik.

Peter

Ja dat klopt. En wat dat betreft is de haven van Rotterdam natuurlijk een prachtig voorbeeld. We zitten hier in een delta. De wereld kent een stuk of 50 delta’s. We zitten hier in een van die delta’s. We zijn bijna trapped.
Zoals we zeggen tussen aan de ene kant de zee. En aan de andere kant de afvoer van de rivieren. En naarmate ons land verder zakt. Want niet alleen stijgt de zeespiegel.
Maar ons land zakt ongeveer met dezelfde snelheid. Naarmate we verder zakken. Is het natuurlijk ook steeds lastiger om het water over de dijk te pompen. De zee in. Nou dus we zullen iets moeten doen.
En dan is het prachtig om te kijken naar innovatieve oplossingen. In dit deel van de wereld. Want als het hier werkt. Dan werkt dat in heel veel gevoelige klimaten. In maatgevoelige delta’s in de wereld.
En dat zijn we dus hier aan het testen. We zijn gekoppeld aan die zee wat ik al zei. Dus los van die uitdaging tussen een stijgende zeespiegel. En een grotere afvoer van rivieren.
Hebben we te maken met een getijde. Dus we gaan ook nog een schuitje twee meter omhoog. En twee meter naar beneden. Iedere 24 uur.

Marnix

Ja en je zegt het werkt dan op heel veel plekken. Komt dat ook dus een universele karakter. We hebben nou eenmaal overal in de wereld water. Ja water is een universeel medium.

Other speaker

Dat is een heel goed punt. Dus het water in Bangladesh is hetzelfde als hier een haven voor Rotterdam. Of in Amerika of in China. Water is universeel.

Peter

En dat is het mooie ook aan dit gebouw. Dat betekent dus dat we heel eenvoudig kunnen opschalen. In de lengte, in de breedte maar ook in de hoogte.
En dus ook heel eenvoudig kunnen kopiëren naar vele plekken in de wereld. Omdat 90% van de grote steden zijn geconnect aan water.
Dus we zouden op heel veel plekken in de wereld dit kunnen kopiëren.

Marnix

Ja en het hele idee komt ook door water. Want ik begreep dat net in het verhaal wat je vertelde. Maar jij hebt, je bent dit nu in Rotterdam aan het doen. Maar uiteindelijk de oorsprong van het idee lag in New York.

Peter

Ja we zijn ooit gestart met de gedachte dat we met die groeiende wereldbevolking. En die trek naar steden. Dat noemen we urbanisatie. Dat er ruimte gevonden moet worden in die stad.
En dat is dan doorgaans. Of in de hoogte of in de breedte. En als het in de breedte is gaat het ten koste van waardevol land. En wij zeggen ja land moet je eigenlijk niet omzetten in beton.
Dat hebben we al te veel gedaan in de geschiedenis. Land moet je bewaren om regen op te vangen of om voedsel te verbouwen. Maar niet om in beton te veranderen. Maar als je dan wil groeien waar moet je dan naartoe? Toen hebben we gezegd kijk dan naar de andere kant.
Daar ligt het water. En 70% van de wereld is water. Daar ligt ruimte. Breid daar je steden. Breed de stad uit.

Marnix

Ja want André Kuipers keek ooit vanuit de ruimte. En dan zie je toch nog altijd een blauw bolletje.

Peter

Zo is het. 70% is water. Dus er ligt een enorme opportunity. Een ocean of opportunities zoals we het weleens zeggen. Op het water om daar iets te gaan doen. Nog steeds.
En nog steeds benutten we dat water niet zoals we dat zouden kunnen benutten. Het zou in mijn beleving heel veel oplossingen bieden voor problematieken van vandaag de dag. Dus zo zijn we begonnen.
En je refereerde naar New York. Inderdaad onze allereerste aanvraag was om iets te gaan bouwen op de Hudson River in New York City. Tegenover Manhattan.
Daar waren we mee aan de slag om daar een ontwerp voor te maken. Toen New York werd geraakt door de beroemde orkaan Sandy. Hurricane Sandy. En Hurricane Sandy raakte New York echt intens.
Het water stond tot twee meter onder het raam. De stad was overstroomd. Metrobuizen vol. En een van de effecten van die overstroming in de stad was dat er geen voedseltoevoer meer was.
Want steden hebben voor twee, maximaal drie dagen voedsel. Dus ze zijn totaal afhankelijk van transport. En het voedsel komt van ver.
En als er dus geen transport mogelijk is, dan hebben steden gewoon geen eten. Nou en twee dagen zijn snel voorbij. Vanuit daar hebben we gezegd van nou ja, het is leuk om drijvende woningen te maken.
Hier in New York. Maar misschien is het nog belangrijker om voedselzekerheid te borgen in zo’n klimaatveranderende wereld. En toen zijn we teruggegaan naar Rotterdam.
En hebben we het idee opgevat om een drijvende boerderij te maken. Die dus altijd voedsel kan maken. Hoe hoog het water ook stijgt.

Marnix

Ja, en daar hebben we een aantal interessante ideeën. Want je vertelt aan de ene kant, we hebben dus een floating farm. Dus je wil praten over transformation in plaats van transformatie. Vond ik wel een mooie woordspeling. Maar wat je ziet is dat.
Ja, je eigenlijk door een boerderij op het water te leggen. Je geen last hebt van droogtes en overstromingen. Want dat deint gewoon lekker mee.
Wat je vervolgens ook ziet is dat op het moment dat er dus echt grote overstromingen zijn. Dat je dus ook iets hebt wat voor voedselzekerheid kan zorgen. Dus dat sluit allemaal op dat soort dingen aan. Maar wat ik jou ook hoor zeggen.
En dat vind ik eigenlijk nog wel interessanter wat wij nog niet hebben behandeld nu. Is dat je ziet dat er heel veel transport nodig is. Dat we het voedsel. We zijn ooit gebieden gaan verstedelijken natuurlijk.
Want in een groeiende wereldbevolking. Ik hoorde jou net ook vertellen dat we in 1900 nog op 1 miljard mensen zaten. Nee, in 1800 op 1 miljard mensen als ik het goed zeg. 1900 op 2 miljard. En nu op 8 miljard. En we gaan naar 50 miljard.
Dat betekent dat je steden nodig hebt. Want allemaal op een boerderij wonen dat zal lastig zijn. De klassieke zin van de woord. Maar dat dat er wel voor gezorgd heeft eigenlijk. Dat we landbouw of het maken van voedsel en wonen met elkaar gescheiden hebben.
En dat is ook iets wat je ook ziet. En dat je heel graag weer bij elkaar wil brengen.

Peter

Ja, dat klopt. Dat noemen wij economy of scale. Er zijn een aantal principes bij elkaar gekomen in de afgelopen 100 jaar. Dus die urbanisatie. Die groei van die steden. Zoals je net schetst.
Dat vereist woningen en dergelijke. Maar ook eten en schoon water. Dat zijn essentiële elementen in ons dagelijks leven. Die moeten ergens worden gemaakt.
En met de industrialisatie is dus een economische gedachte opgekomen. Dat heet economy of scale. En scale vind je niet in de stad. Dus dat betekent dat die buiten de stad gezocht wordt.
En dus als je op groot schaal iets gaat maken. Dan ben je competitief aantrekkelijker. Kostprijzen gaan naar beneden. Zit je in de competitie. Maar dan moet dat wel vervoerd worden naar die stad.
En zo maken we tegenwoordig dus niet alleen voedsel heel ver weg. Met alle consequenties van dien. Er gaat heel veel eten verloren. Van alles wat we maken. En daarmee ook weer energie. En groepen. En grondstoffen.
Maar we maken ook energie ver weg. En we maken schoon water ver weg. En we verwerken ons afval ver weg. En alles gaat die stad in en uit. En dat creëert een aantal effecten. Niet alleen vervuiling. En voedselverlies.
En bederf. Maar ook onbewustzijn. Dus zodra je niet meer weet hoe iets gemaakt wordt. Waarom iets gemaakt wordt. Door wie iets gemaakt wordt.
Dan is die binding ook gewoon weg. Dus het heeft steeds meer zin. En het heeft steeds minder waarde. Dus je gaat naar de winkel. Je koopt iets. Je gooit het in je mandje. Je eet het half op. Of niet. Je gooit het weer weg. Die waarde is er niet.
Nou dat zien we dus gewoon nu gebeuren.

Marnix

Ja als je in de supermarkt staat voor een schap. Dan is een vega burger bij wijze van spreken. Heeft voor jou eigenlijk dezelfde waarde als een stukje vlees wat ernaast ligt. Omdat je totaal geen beeld meer hebt bij.
Dat er voor het een nog een koe of een varken geslacht moet worden. En dat soort dingen dat proberen jullie terug te brengen. Dicht bij de mens. Zodat je niet die hele stad uit hoeft te rijden. Daar ben ik ook nog wel benieuwd.
Hoe ziet het er dan uit? Want jij zegt ook. We moeten nu veel langer ook voedsel houdbaar houden. Dus dat betekent ook dat je heel ander soort voedsel krijgt.

Peter

Ja dat klopt. Kijk naarmate iets van ver moet komen. Moet je het conditioneren. Dus je moet het koelen. Of je moet het vacumeren. Of in zout bewaren.
Je moet dus iets toevoegen om het lang houdbaar te houden. Niet alleen qua kwaliteit van het eten. Maar ook qua geur. Of ook qua kleur. Dus we stoppen er van alles in. Om het maar zo lang mogelijk.
Tijdens die transport afstand. Om het maar op hetzelfde niveau te houden. Zoals het ooit is geteeld of geproduceerd.

Marnix

Ja. Dan leg jij die boerderij aan in de stad. Even kijken. Want dan wil ik eigenlijk even langs gaan wat er in komt. Maar ook wat er uit gaat. En ik denk dat het interessant is om even te beginnen bij de output. Want mensen willen ook weten.
Wat produceert deze boerderij nou? We hadden net die boerderijen. Je zei drie keer 30 bij 30. Wat verbouw je daar allemaal? Hoe komen we dan uiteindelijk aan eten en producten?

Peter

We doen twee hoofdstromen aan eten. Dat is zuivel. En dat is groente. Dus we maken twee verschillende elementen. Onder water verbouwen wij onze groente.
En boven water verwerken wij melk naar zuivelproducten. Dus de koeien geven drie essentiële producten. Dat is zuivel, mest en urine.
Die zuivel verwerken we naar gepasteuriseerde melk. Naar yoghurt. Naar karnemelk. Naar boter. Naar kaas. En die kaas die rijpt weer beneden het water.
In onze eigen kaasrijpingskamer. Dat doen we allemaal in dat eenzelfde gebouw. Interessant is dat we dus ook groenten en kruiden doen. Dus als voorbeeld. Wij telen zelf basilicum.
Onze kaasmeester maakt een eigen basilicum kaas. Dus van onze eigen verse basilicum en kaas maakt hij een basilicum kaas. Dus we verwerken de zuivelproducten en de groenteproducten.
En dat gaat allemaal terug naar Rotterdam. Dus we zijn de enige boerderij in Rotterdam. Dus als je echt Rotterdamse melk of yoghurt of kaas wilt. Dat komt dan van onze boerderij af.

Marnix

En zou je nou heel Rotterdam hiermee kunnen voeden? Met dit soort initiatief. Of in ieder geval met jullie initiatief. Tot hoeveel Rotterdammers kom je?

Peter

Het begint eigenlijk met de vraag. Of je dat moet willen. Daar is ons antwoord nee op. Kijk ik vind het zelf heel erg belangrijk om een hybride model te houden.
Dus laten we vooral de landbouw intact houden. Om te blijven leren hoe we moeten telen. Of hoe we moeten grazen.
In combinatie met stedenvoedselproductie. Dus wat wij nu doen in de stad. Dus het is een hybride model. Daar horen ook uiteraard bossen bij. En een groot voorstander van voedselbossen bijvoorbeeld.
Om dat in de stad en erbuiten te hebben. Dus kortom je kijkt naar een stad. Welke landschappen biedt zo’n stad? Of het nou water is of hoogbouw of parkeren of landerijen er omheen.
Je kijkt naar de verschillende landschappen van een stad. En dan ga je dat produceren in het beste landschap aanwezig. Dus je gaat geen koeien in een hoogbouw doen. Maar je hoeft ook geen bomen in een hoogbouw te doen.
Dus je kiest weer voor andere landschappen. Om dat in die manier samen te stellen. Dat is volgens mij het voedsellandschap van de stad.

Marnix

Ja en nou heb jij wel koeien op een boerderij van drie verdiepingen. Wordt zo’n koe daar nou echt blij van? Ja de koe wordt daar heel blij van.

Other speaker

Waarom is dat? Als je kijkt naar het dier. En dat is het uitgangspunt voor het ontwerpen. Het dierenwelzijn. Dan zie je dat in dit geval een koe.

Peter

Ongeveer een uurtje of 12 tot 14 eet per dag. Licht per dag dus sorry. Dus een bed. Een goede lichtplek. Een lichtplek is extreem belangrijk voor het dier. We hebben rubberen lichtbedden. We hebben rubberen vloeren.
Dus we hebben dat heel goed geregeld. Het tweede is dat een koe eet ongeveer een uurtje of 6 per dag. Dus we hebben altijd vers voedsel liggen. En we hebben altijd schoon water liggen voor het dier.
Dan heb je ongeveer 20 uur van de dag al gehad. We hebben een melkrobot. De koe kan altijd gedurende de dag naar de melkrobot toe om gemolken te worden. We hebben een uitloopweide.
Dus de koe bepaalt zelf of zij binnen is of buiten is. Dat meten we ook. Dat zien we ook. Een koe heeft overigens een hekel aan zon en een hekel aan regen.
Dus die zoekt het liefst schaduw op. Een beschut plekje. Waar ze dus kan liggen en eten. En herkouwen. Want het is een herkouwer. Dus je moet een heel goed bed hebben. En altijd toegang heeft tot die melkrobot.
Nou, de melk meten wij aan de hoeveelheid melk. Iedere dag. De kwaliteit van de melk. Dus het vertrekt. Het eiwitpercentage. Het eiwitpercentage. We meten alles in de stal. We noemen dat de huiskamer van de koe.
Dus wat is dat eigenlijk? De relatieve vochtigheid. De temperatuur. De windsnelheid. De CO2. We meten alles in die stal. En we meten dus ook nog de positie van die koe. Is ze binnen? Is ze aan het liggen? Is ze aan het eten? Is ze aan het drinken?
Is ze aan het staan? Is ze buiten? Dus we weten heel veel van het dier. En het komt allemaal terug in de kwaliteit van die melk. En die melk die wij hebben is extreem goed. Hoog vetpercentage. Hoog eiwitgehalte. En een hoge opbrengst.
Dus ja, die dier heeft een fantastische leefomgeving. Ze zeggen weleens gelukkige koeien geven meer melk.

Other speaker

Maar jullie zeggen dus vooral gelukkige koeien geven betere melk.

Peter

Nou, dat heb je mooi verwoord. Ik denk dat het een combinatie is tussen goed en veel. En wij hebben beide.

Marnix

En als ik er dan even over denk. Want er is natuurlijk veel kritiek ook op het eten van dieren. Jullie doen overigens geen slachten. Dus alleen voor de melk. We doen alleen zuivel, ja. En tegelijkertijd.
En tegelijkertijd moet ik dan ook denken van ja, leuk dat jij dit vertelt als ondernemer. Maar jullie hebben dit samen met de Universiteit van Wageningen bekeken.

Peter

Ja, we zijn ooit gestart om te onderzoeken wat zou nou een hele goede stal zijn voor de dieren.
En wat is eigenlijk de rol van dierlijke eiwitten en plantaardige eiwitten nu en in de toekomst. Daarvoor zijn we naar Wageningen gestapt.
Zowel voor ontwerpparameters voor een goede stal. Dat is één. Maar ook hoe ziet die verdeling van eiwitten er in de toekomst uit. Wageningen heeft een hoogleraar, mevrouw Imke de Boer.
Zij is hoogleraar circulaire landbouw in dit land. En autoriteit op dit vakgebied. En zij heeft ooit gezegd van we moeten eigenlijk naar 20% dierlijke eiwitten toe. En 80% plantaardige eiwitten.
Omdat, dat is de meest duurzame manier om eiwitten te maken. Omdat we die 20% dierlijke eiwitten kunnen voeden. Uit reststromen in de stad en daarbuiten. En dat is buitengewoon interessant.
En dat is ook precies wat wij doen. Dus het eten van onze koe komt uit de regio Rotterdam. Het drinken van onze koe komt uit de regio Rotterdam.
Sterker nog, dat is regenwater wat we opvangen en filteren. En rivierwater wat we zuiveren. Dus alles is lokaal, lokaal, lokaal. Het opwaarderen van die reststromen.
Is dus een hele duurzame manier om eiwitten te maken.

Marnix

Ja, want even kijken als we dat globaal bekijken. Die cijfers zijn geloof ik in zekere zin dat voor het landoppervlak. Als je mondiaal bekijkt. Dan dacht ik dat we twee derde van het landbouw areaal gebruiken voor het voeden van dieren.
Ik weet niet of ik dat nu helemaal goed. Of 80% volgens mij. En twee derde van het landbouw areaal is graslanden of weidegronden. Een derde van het landbouw areaal. Dat is echte akkerbouw.
Alleen ook 50% daarvan gebruiken we om dieren te voeden. En dat kunnen we beter zelf opeten. En die visie van Imke de Boer is eigenlijk kort gezegd. Dat ze zegt, we hebben gewoon in de economie een systeem.
We moeten gewoon het eten wat we goed zelf kunnen verteren, zelf opeten. Maar we hebben ook allerlei restproducten. En die kunnen we wel aan dieren geven. En dan kun je dieren toch nog op een duurzamere manier. En dan kun je wel nog van alles vinden van dierenethiek. Of dierenwelzijn en wat dan ook.
Maar we kunnen dan wel het dier ook meenemen in die cyclus. En ook zorgen dat er uit alle producten die daar weer uitkomen. Alle andere neveneffecten komen. En wat ik wel interessant vind. Ik ben groot Feyenoord fan.
Dat jij vertelde dat het gras van de kuip. Wat een afvalproduct is. Dat jullie dat weer voeren aan de koeien.

Peter

Ja, dus we hebben afspraken met allerlei partijen in en om Rotterdam. Feyenoordstadion is er één van. Dus we krijgen het gras van het Feyenoordstadion.
Wat onze koeien weer opwaarderen naar eiwitten en melk. Wat weer teruggaat naar de stad. En dat is een heel interessante stroom. Zo werken we met bakkers in Rotterdam. Dus als de bakker om 4 uur in de ochtend zijn brood bakt.
En wat om 4 uur in de middag niet verkocht is. Gaat nu weg. Nou, dat gaat nu naar onze dieren toe. We werken met de retailers die sinaasappelsap persen in de stad.
Dus je stopt je fles in een machine. Je drukt op de knop. Je krijgt verse sinaasappelsap. Die schil gaat de afvalbak in. En wordt dus verbrand. Maar in die schil zitten nog hele interessante dingen. En dat zijn heel interessante vezels en oliën.
Die we zouden kunnen opwaarderen. Dus we halen die reststromen op uit de stad. We meten precies welke voederwaarde zit er in die restproducten. We combineren dat. Gaat naar de koe.
Zij maakt er eiwit van. Wat weer teruggaat naar die stad. Dus die circulariteit van reststromen die we anders weg zouden moeten doen. Wordt nu gebruikt om eiwit te maken.

Marnix

Ja, en nou moet je wel heel weinig kranten hebben gelezen. En als ze hebben gekeken. Wil je niet weten dat er ook nog een gigantisch mestprobleem is. Ja. Oh, ik wil trouwens één ander ding nog aantekenen. Want ik weet niet of we dat nu helemaal goed hebben verteld. Maar dat is misschien wel belangrijk als je zit te luisteren.
Je had het net over de weidegrond. Dat jullie een loopdrug hadden waar de koeien uit konden. Daarvoor had je het natuurlijk over drie keer een 900 vierkante meter. Dat is wel goed om even te vertellen. Dat jullie dus wel aangesloten zijn op land. Ja.

Peter

Ja, we hebben een uitloopweide. Dus de koeien kunnen zelf bepalen of ze in de stal zijn of op de weide. Wat ik al zei. We meten dat precies. Een koe heeft een hekel aan de zon en aan regen.
Dus ze is meer binnen beschut dan buiten. Maar ze kan dus in en uit lopen. Dus dat hebben we op die manier geregeld. Wij rijden niet mest uit.
Dus heel veel weideland is qua omvang ook gebaseerd op de hoeveelheid mest wat uitgereden kan worden over het land. Dat doen wij niet.
Dus onze omvang van het weideland. Bij de uitloopgebied is puur gebaseerd op de dieren.

Marnix

Ja. En je hebt het nu wel over mest. Ja. Jullie koeien zullen ook gewoon poepen gok ik. Ja. Ja. Dan heb je dus een koe. Die geef je te eten uit reststromen.
Daarmee is dat denk ik al wel een heel stuk interessanter dan dat we die reststromen weggooien. Maar tegelijkertijd blijft daar natuurlijk ook. Ja. Melk hou je daar over. Maar mest, urine, dat soort zaken. Wat blijft er nog meer over?
Want een koe produceert natuurlijk ook weer afval.

Peter

Ja. Nou. Mest en urine zijn beide hele interessante producten om die weer te verwarden. Dat doen wij dus ook. Dus wij vangen de mest en urine op.
We scheiden vervolgens weer mest en urine in twee verschillende grondstoffen. De vaste meststof en de vloeibare urine. Die vloeibare urine, daar halen wij weer water uit.
Dus wij werken met de Universiteit van Delft om urine om te zetten naar schoon water. 95% water halen we daar uit. Wat weer een fantastisch irrigatiewater is. Wat we kunnen gebruiken op het landje.
Maar wat we ook mogen lozen. Want het is gewoon schoon water. En van de mest maken wij verschillende producten. 1. We maken er organische meststof van. Wat heel erg belangrijk is voor de natuur.
Dus we werken in dit land veel en veel te veel met kunstmest in mijn beleving. Wij waarderen onze mest op naar organische mest pallets. Die we weer gebruiken op landerijen en parken en tuintjes. Dat is 1.
Voordat we dat doen halen we warmte uit de mest. Die warmte gebruiken we in onze eigen waterzuivering technologie. Ik vertelde al, wij zuiveren het zoute rivierwater naar schoon water.
Dat doen we met een partner samen. Die partner heeft een technologie ontwikkeld. Wat functioneert op warmteverschil. Wij hebben gratis warmte uit de mest. Dus we halen eerst die warmte uit de mest.

Marnix

Want je vertelde iets interessants. Je zei als je die mest in een ton stopt. Je doet het bleeksel dicht. Dan wordt dat warm door fermentatieprocessen.

Peter

Dus je stopt mest in een grote ton. En dan wacht je een dag. En dan wordt het ongeveer 77 graden in die ton. En dat is dus gewoon het fermentatieproces van de mest.
En dan heb je eigenlijk gratis warmte. Want de gemiddelde cv ketel moet je geloof ik van 80 naar 60 zetten.

Other speaker

Om het gewoon goed te regelen.

Marnix

Maar dan heb je dus dezelfde hoeveelheid warmte. Ik weet niet of dat helemaal goed opgaat. Maar daar kun je dus gewoon ook je de boerderij weer mee verwarmen. Klopt.

Peter

We kunnen dus die warmte uit de mest onttrekken. En daarmee het gebouw verwarmen. Dat doen we niet. Misschien dat we dat nog een keer gaan doen. Maar dat doen we nu niet. We gebruiken die warmte om water te ontzilten.
Nou, water en eten is een team. Er groeit geen eten zonder water. Zonder schoon water. De zoektocht naar vers water is wereldwijd echt een gigantische opgave.
Wereldwijd. Wij kunnen dus water ontzilten op een hele simpele manier. Door gebruik te maken van warmteverschil. En die warmte halen wij uit mest. En dat is eigenlijk in de hele wereld beschikbaar.
Dus we zouden met een hele slimme biotechnologie manier kunnen ontzilten. Dus dat is de tweede stap wat we doen met mest. De eerste stap is we maken er nutriënten van voor planten. De tweede stap is we halen er warmte uit.
En de derde stap is dat we van de reststoffen van mest. Materialen maken. Zogenaamde biobased materialen. Ik heb hier een voor de kijker.
Maar die kan het zien. Voor de luisteraar is het lastig. Maar ik heb hier een plantenpontje meegenomen. En deze is volledig gemaakt van mest. Zo maken we bouwblokken van mest. Zo maken we bouwplaten van mest.
Dus die biobased materialen wat we nu kunnen doen van mest. Is de derde wat we doen van de meststoffen. Dus eigenlijk is het melk, mest en urine. Wat we alle drie opwaarderen.
Naar belangrijke grondstoffen voor mens en stad. Ja en nog een ander ding wat ik jou hoorde zeggen.

Other speaker

We zien natuurlijk gewoon dat we aanlopen tegen de grens van de kunstmest. Mogen mensen ook even het interview luisteren wat ik met Thomas Oudman heb gedaan.

Marnix

Maar dat hebben we ooit kunnen hacken. Heeft voor heel veel extra voedsel gezorgd. Maar kunstmest is ook gewoon een hele karige manier van bemesten zei je. Want ja je haalt stikstof uit de lucht. Pakt het op een scheikundige manier samen.
Maar de natuur heeft vaak een veel rijkere manier van mest verzamelen. Hoe zit dat?

Peter

Ja als je kijkt naar het verschil tussen organische mest en kunstmest. Dan zijn dat ongeveer 77 mineralen. Dus in kunstmest zitten vier mineralen. In organische mest zitten er 81.
Dus als wij vier mineralen dienen aan ons land of aan onze planten. Dan mist die plant in het landstukje mist 77 essentiële mineralen. Dat komt dus ook niet in je voedsel terecht.
Dat komt dus ook niet in je lichaam terecht. Dus we zijn langzamerhand onze bodem en onszelf aan het verarmen. Door dus kunstmest te gebruiken in plaats van organische mest.
En we weten dat er heel veel organische mest gewoon voorhanden is. We moeten het alleen technisch opwaarderen naar een bruikbaar product. En die techniek die is er. Die hebben wij draaien. Die is er gewoon.
Dus we kunnen daar nog heel veel slagen mee winnen.

Marnix

En als we het nou even hebben. Heel kort gezegd. Dus je hebt een boerderij die klimaatbestendig is. Die op een bepaalde manier circulair is. Ook nog ervoor zorgt dat er heel veel transportkosten. Maar dan niet alleen in financiële zin. Maar ook in de uitstootzin bespaard worden.
Daarnaast bewustzijn. Dat je eten weer dicht. Het maakproces van eten. En het verkrijgproces van eten weer dichter bij de mens maakt. Kun jij nog heel even schetsen. Wat gaat er nou in en wat gaat er nou uit? Want om het toch in het systeemniveau te bekijken.
Vind ik dat nog wel interessant om dat even mee te nemen.

Peter

Ja. Er gaan drie bronnen in. Dus we voeren energie in. Ieder proces heeft energie. Energie wekken wij in ons geval op met onze drijvende zonnepanelen. En onze drijvende windmolen.
Dus er gaat energie in. Er gaat water in. En die water wekken wij dus op met regenwater en rivierwater. En er gaan voedingsstoffen in.
Dat noemen wij dus de reststromen die we net hebben besproken. Dus dat is de input. Dus er gaan drie essentiële elementen in. Daar komt uit gezond zuivel en groente. En er komen bijproducten uit.
Die heten mest en urine. En die mest en urine als bijproduct waarderen wij weer op naar wat ik net al zei. Nutriënten en warmte en materialen.

Marnix

En voor hoeveel mensen voorzie je dan in behoeftes daarmee?

Peter

Nou we hebben wel eens uitgerekend. We liggen in de Merwe Vierhaven. Daar gaan ongeveer 10.000 mensen straks wonen. Wij zouden met ons gebouw keer vier deze wijk van zuivel kunnen voorzien. En van groente kunnen voorzien.

Marnix

En betekent dat dan vier keer 900 vierkante meter nog erbij? Of zou je ook nog verder de hoogte in kunnen? Ja, want dat is een beetje de crux.

Other speaker

We kunnen met water heel erg schalen. Zowel in de lengte als de breedte. Maar ook in de hoogte. Dus we hebben nu een drielaags gebouw gemaakt.

Peter

Maar we kunnen nog heel simpel een laag ertussen of erboven maken. Waardoor we eigenlijk nieuwe combinaties gaan maken in gebouwen. Die dus flexibel zijn. In lengte en breedte.
Maar ook gewoon in klimaat adaptief.

Marnix

En je hoort Jan Robmans dit ook al vaker zeggen. We moeten niet meer strijden als Nederlanders tegen het water. Wat we altijd hebben gedaan. En daarmee samen met het water mee gaan werken.

Peter

Ja, ik denk dat Jan Robmans, hij kent ons goed. Dat Jan ook heel erg denkt in transformatieve processen.
Hoe kunnen we steden slimmer, duurzamer, schoner, welvarender maken. En gebruik maken van de natuurlijke elementen die de natuur ons biedt. Het water is daar één van. Ik denk dat Jan daar een koploper in is.
Om daar in te denken. En ja, wij zijn in overleg met Jan om te kijken. Wat kunnen we samen doen om een gezonde stadswijk te ontwikkelen.

Marnix

Ja, en dat doe je nu in Rotterdam. Als we dit wereldwijd willen uitrollen. Want zoals je al zei. 70% van het aardoppervlak is water. Dan zou je toch een stuk efficiënter met dat aardoppervlak om kunnen gaan.
Spelen hier al ideeën mee om dit verder uit te rollen wereldwijd? Zijn er hier mensen in geïnteresseerd? Ik weet bijvoorbeeld dat Jakarta ook enorm aan het zinken is. Dat is die hele hoge stad in Indonesië aan het verleggen zijn. Ja, goeie vraag.

Other speaker

Wij krijgen ongeveer 70% van de mensen.

Peter

60 groepen per maand op onze boerderij. Dat zijn uit de hele wereld. Van Japan tot Amerika. Studenten, boeren, ministers, stedenbouwers, architecten. Omdat de hele wereld eigenlijk wel worstelt met dat vraagstuk.
Hoe ga ik gezond voedsel maken in deze klimaat veranderende wereld? Nou, wij zijn een mogelijke oplossing erin. Dus de hele wereld komt bij ons toe.
Na corona zijn wij nu zelf ook weer het verhaal overal in de wereld aan het vertellen. We staan weer op veel podia. We worden uitgenodigd voor voor voor. Onderzoeksprojecten links en rechts in de wereld. Dus ja, we gaan zeker uitrollen.
Nogmaals, het water is universeel en heel erg schaalbaar. Dus we kunnen dit concept ook heel eenvoudig uitrollen in de wereld.

Marnix

En je doet het nu met koeien. Nou kan ik me voorstellen dat met koeien bijvoorbeeld het methaanprobleem nog wel een rol speelt. Dat weet ik niet precies. Maar kun je dit ook met andere dieren doen?
Ik weet dat Kipster vanuit diezelfde ideologie van Imke de Boer het bijvoorbeeld met kippen doet. Zijn dat ideeën waar jullie ook mee spelen? Jazeker.

Peter

We hadden eigenlijk toen we begonnen, hebben wij een goedkeur gekregen van de gemeenteraad Rotterdam om twee boerderijen neer te leggen. Dus we wilden beginnen met met koeien en vervolgens ook met kippen.
Daar hebben we geen vergunning voor gekregen. Maar kippen, geiten, schapen. Qua dieren is dat heel goed te combineren met groente productie.

Marnix

Ja, en dat betekent dus eigenlijk dat je alleen nog met dieren omgaat op een goede manier en binnen ecologische grenzen denk ik hè? Ja, en kleinschalig. Want die economy of skill was misschien wel het hoofdprobleem. Waardoor er heel veel mis gaat, waar we nu toch wel op terug moeten komen.

Peter

Ik denk dat economy of skill inderdaad, dat we nu terugkomen van dat model en dat we veel meer economy of cities gaan denken. Kleinschalig, binnenstedelijk, transparant, educatief, lichtgewicht, energiezuinig.
Als onderdeel van ons sociale maatschappelijke leven.

Marnix

Ja, en dan minder uitstoot, beter dierenwelzijn, meer educatie, dus meer bewustzijn denk ik ook.

Peter

Absoluut belangrijk.

Marnix

En rijker voedsel denk ik.

Peter

Absoluut belangrijk, ja.

Marnix

Dan heb ik nog één laatste vraag. Om het interview altijd af te sluiten. Want jij bent handen uit de mouwen. Dit gaan starten, rolt steeds verder uit. Interessante tijd natuurlijk ook gehad in coronatijd. Wat toch wel pittig is ook als startondernemer.
Dat zeg ik trouwens echt heel zacht uitgedrukt volgens mij. Want jullie moesten dichter, begreep ik. Maar er zijn ook heel veel mensen die nu gaan starten aan hun carrière. We hebben heel veel talent nodig. Daar gaat ook mijn boek Duurzame Ambitie over.
Hoe je nou die 80.000 uur kan inzetten voor het werken aan de grote transities van deze tijd. Wat zou je die nieuwe generatie mee willen geven die nu gaat starten op de arbeidsmarkt?

Peter

Wordt boer. Maar die is misschien te makkelijk.

Marnix

Nou, ik vind het wel leuk. Ik denk dat heel veel mensen, zeker ik op de middelbare school, heb ik niemand horen zeggen. Ik zat op het VWO. Allemaal studeren in grote steden. Heb ik niemand horen zeggen word boer.
En dat was denk ik misschien ook wel omdat iedereen naar een mooie grote stad wilde. En ja, misschien niet naar het platteland. Terwijl als jij dit initiatief nu hebt, dan wordt het ineens toch ook weer een combinatie die getrokken kan worden.

Peter

Ja, ik denk dat op de een of andere manier is het… Niet sexy om dit beroep te doen. Terwijl het echt een prachtig vak is. Het is extreem belangrijk.
Het is een life essential zoals we het nu noemen. Een boer is een essentieel element van onze maatschappij.
Heeft bij lange na niet de waardering die het zou verdienen.
Als we dat vakgebied kunnen opwaarderen naar een industrieel bijna aangestuurd vakgebied in die stad. Met veel technologie. Veel data. High tech. En wat ik net al zei.
Kijk een boer is eigenlijk een biotechnoloog. En met ondersteuning van allerlei nieuwe technologieën is het een super interessant vakgebied aan het worden. Ook voor jonge mensen. Ik denk dat het dus daarom…
Ja, het is een heel boeiend vakgebied. Ik zou echt jonge mensen willen adviseren om te kijken naar dit vakgebied. Of dat dan in de verwerkende industrie is of in de producerende industrie. Dat…
Nou, wij doen dus de combinatie. In deze klimaatveranderende wereld. Ja, misschien moet ik toch gewoon blijven bij wat ik net zei. Word maar boer.

Marnix

Ik denk dat het een goeie is. En een boer is een biotechnoloog. Dat klinkt ook weer heel inspirerend. En volgens mij ook een biotechnoloog die vooral moet uitgaan van de kracht van de natuur. En niet zozeer van wat we zelf allemaal maken.
Want die natuur is ontzettend rijk. En dat is volgens mij de kracht die dat heeft.

Peter

Volledig eens. Dank voor je tijd, Peter. Dank je wel, Mark. Wil je de interviews terugluisteren met andere CEO’s, politici, wetenschappers en activisten? Of meer weten over EcoSofie?
Kijk op EcoSofie.net

Speaker A

Schone lucht. Gelijke kansen. Een circulaire economie.
Dat is allemaal niet links of rechts. Een mooie toekomst, daar moeten we samen aan werken. Teken daarom ook voor een duurzame regeerakkoord. Ga naar duurzameregeerakkoord.nl en teken het manifest.

Let op!

  1. Deze transcriptie is automatisch gegenereerd en daarom niet 100% accuraat. Pleeg voor een juiste weergave van het gesprek ook altijd de audioversie.
  2. Er lopen wisselende sponsorboodschappen voor de Ecosofie reeks. Tel de duur van deze preroll bij de tijdstippen uit de transcriptie op om het fragment in de podcast te vinden.

Meer afleveringen

Duurzame ambitie

De transitie naar een duurzamere wereld gaat veel te traag als we die overlaten aan de politiek en het bedrijfsleven. 

Consumentenactivisme en onze politieke stem laten gelden zijn zeker belangrijk, maar er is meer nodig. Gelukkig kan iedereen het verschil maken.

Schrijf je in voor de Ecosofie nieuwsbrief en ontvang direct het eerste hoofdstuk gratis!